Achtergrond informatie
Inleiding
Het Thema Verduurzamen maakt gebruik van de rekenkracht van Altum AI. Dit maakt het mogelijk om data rechtstreeks bij de bron op te halen, denk hierbij aan EP online voor het energielabel, of complexe scenario’s uit te werken rondom de huidige staat van de opgegeven woning en het daarbij behorende verduurzamingsadvies.
De ‘Huidige maatregelen’ en geboden ‘Oplossingen’ binnen het thema, hebben allen verschillende opties.
Maatregelen / Oplossingen
Hieronder vindt je een gedetailleerd overzicht van alle verschillende maatregelen, de opties en belangrijke informatie behorende bij de opties.
Gevel isolatie
Mogelijke opties
Geen
Matig of na-isolatie
Goed
Zeer Goed
Informatie
Huizen gebouwd voor 1920
De gevels zijn zonder isolatie gebouwd, maar mogelijk is er achteraf wel isolatie aangebracht. Spouwmuurisolatie is zeer onwaarschijnlijk, aangezien huizen van voor 1920 vrijwel altijd zonder spouw worden gebouwd. Aan de binnenzijde van de gevel kan isolatie aanwezig zijn. Klop op de muren. Zijn er secundaire muren? Als de keermuur vóór 1992 is gemaakt, is matige isolatie 5-7 cm het meest waarschijnlijk. Als de keermuur in 1992 of later is gemaakt, is een goede isolatie van 8-10 cm het meest waarschijnlijk. Probeer de ruimte tussen de voormuur en de muur te meten en trek daar 3 cm van af (er zit ongeveer 3 cm lucht tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur).
Er kan isolatie aan de buitenkant zijn. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Probeer de dikte van de laag te meten. Bij 8 tot 10 cm: goede isolatie (vaak het geval). Op 13 tot 20 cm: zeer goede isolatie (vrij uitzonderlijk).
Bouwjaar 1920 tot 1974
Spouwmuurisolatie is mogelijk. Huizen gebouwd tussen 1920 en 1974 hebben een spouwmuur. De spouw is de ruimte tussen de binnen- en buitenmuur. Deze ruimte kan na de bouw gevuld worden/zijn met isolatiemateriaal. Controleer de voegen tussen de stenen van de buitenmuur. Als er geboorde gaten zijn gevuld met cementmortel, dan is er door deze gaten waarschijnlijk isolatiemateriaal in de muur gespoten. Het huis heeft spouwmuurisolatie - 5 tot 8 cm. Aan de binnenzijde van de gevel kan ook isolatie aanwezig zijn. Klop op de muren. Zijn er secundaire muren? Als de keermuur vóór 1992 is gemaakt, is matige isolatie 5-7 cm het meest waarschijnlijk. Als de keermuur in 1992 of later is gemaakt, is een goede isolatie van 8-10 cm het meest waarschijnlijk. Probeer de ruimte tussen de voormuur en de muur te meten en trek daar 3 cm van af (er zit ongeveer 3 cm lucht tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur). Er kan isolatie aan de buitenkant zijn. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Probeer de dikte van de laag te meten. Bij 8 tot 10 cm: goede isolatie (vaak het geval). Op 13 tot 20 cm: zeer goede isolatie (vrij uitzonderlijk).
Bouwjaar 1975 tot 1991
De woning heeft spouwmuurisolatie van 5 tot 8 cm. Maar misschien is er na de bouw voor extra isolatie gezorgd. Aan de binnenzijde van de gevel kan extra isolatie zijn aangebracht. Klop op de muren. Zijn er dubbele wanden met isolatie? Spouwmuurisolatie plus extra isolatie aan de binnenzijde is samen een zeer goede isolatie (13 tot 20 cm). Aan de buitenzijde kan extra isolatie zijn aangebracht. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Dan is de woning zeer goed geïsoleerd (13-20 cm).
Bouwjaar 1992 tot 2013
De woning kreeg tijdens de bouw 'goede gevelisolatie' mee. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor de jaren 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.
Bouwjaar 2014 tot heden
De woning kreeg tijdens de bouw 'zeer goede gevelisolatie' mee.
Zie Rc-waarden voor de gebruikte isolatiewaarden
Dakisolatie
Mogelijke opties
Geen
Matig of na-isolatie
Goed
Zeer Goed
Informatie
Isolatie-informatie over de dakisolatie vindt je in documenten over de woning: koopovereenkomst, bouwkundig rapport of de facturen van verbouwingen. Je kunt de dakisolatie ook zelf (van binnenuit) controleren. Het bouwjaar van de woning kan je daarbij helpen.
Bouwjaar voor 1975
Het dak kan na aanleg nog geïsoleerd worden. Bij een plat dak zie je het isolatiemateriaal op de dakbedekking waardoor het zichtbaar wordt. Bij een schuin dak is het lastiger te controleren, omdat de isolatie vaak verborgen zit. Hieronder een aantal tips om te controleren of het dak geïsoleerd is bij een schuin dak: Het dak kan van binnen geïsoleerd zijn. Als dat niet goed is afgewerkt, zie je direct de isolatie. Als de isolatie is afgewerkt met platen, kun je misschien op zolder of achter schotten kijken of er een onafgewerkt deel is en het isolatiemateriaal van daaruit zichtbaar is. Isolatiemateriaal kan soms nog zichtbaar zijn bij een ventilatiepijp of rookafvoer. De dakisolatie kan je van buitenaf controleren door een dakpan op te tillen. Je ziet het isolatiemateriaal tussen de dakpannen en het dakbeschot (het materiaal waar de dakpannen op liggen). Meet de dikte van het isolatiemateriaal. Vul ‘matige isolatie’ in als het isolatiemateriaal dat je ziet niet dikker is dan 8 cm. Vul 'goede isolatie' in als het isolatiemateriaal dikker is dan 8 cm.
Bouwjaar 1975 tot 1991
De woning heeft waarschijnlijk matige dakisolatie. In sommige gevallen kan het zijn dat het dak na aanleg extra (beter) geïsoleerd is. Het oude materiaal is vervangen door dikker of beter isolerend materiaal of er is een extra isolerende laag aangebracht. Controleer dit door het isolatiemateriaal te meten: Het dak kan van binnen geïsoleerd worden. Als dat niet goed is afgewerkt, zie je direct de isolatie. Als het is afgewerkt met platen, kun je misschien op zolder of achter schotten kijken of er een onafgewerkt deel is en het isolatiemateriaal van daaruit goed zichtbaar is. Isolatiemateriaal kan soms nog zichtbaar zijn bij een ventilatiepijp of rookafvoer. De dakisolatie kan je van buitenaf controleren door een dakpan op te tillen. Je ziet het isolatiemateriaal tussen de dakpannen en het dakbeschot (het materiaal waar de dakpannen op liggen). Meet de dikte van het isolatiemateriaal. Vul ‘matige isolatie’ in als het isolatiemateriaal dat je ziet niet dikker is dan 8 cm. Vul 'goede isolatie' in als het isolatiemateriaal dikker is dan 8 cm.
Bouwjaar 1992 tot 2013
De woning heeft tijdens de bouw 'goede dakisolatie' meegekregen. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor de jaren 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.
Bouwjaar 2014
De woning kreeg tijdens de bouw 'zeer goede dakisolatie” mee.
Zie Rc-waarden voor de gebruikte isolatiewaarden
Vloerisolatie
Mogelijke opties
Geen
Matig of na-isolatie
Goed
Zeer Goed
Informatie
Isolatie-informatie over de vloerisolatie vindt je in documenten over de woning: koopovereenkomst, bouwkundig rapport of de facturen van verbouwingen. Je kunt ook kijken in de kruipruimte en zelf de vloerisolatie van de woning controleren. Vaak zit de ingang van de kruipruimte onder de vloermat van de voordeur of in een hoek van de woonkamer. Bij woningen met een voor- en achterkamer kan de toegang in de bodem van de kasten zitten die de kamers scheiden. Soms geeft een deur in de kelder toegang tot de kruipruimte.
Bouwjaar voor 1983
De woning heeft tijdens de bouw geen vloerisolatie gekregen. Het is mogelijk dat de vloer nu geïsoleerd is. Kijk in kruipruimte: Ligt er isolatiemateriaal op de bodem van de vloer? Bijvoorbeeld piepschuim, kurkplaten, kussens van thermomateriaal, glas- of steenwol of schuimmateriaal (PUR)? Dan is de vloer geïsoleerd. Is de isolatie daar minder dan 8 cm, vul dan in: 'matige isolatie'. Is de isolatie dikker dan 8 cm of zie je thermokussens? Vul dan in: 'goede isolatie'. Het kan zijn dat er isolatiemateriaal op de bodem van de kruipruimte is geplaatst. Dat zie je snel aan een dikke laag isolatiemateriaal (piepschuimschilfers, zakjes met isolatiemateriaal, schelpen) op de bodem. Als er isolatie op de bodem van de kruipruimte ligt, isoleert dat minder goed dan isolatie aan de onderkant van de vloer erboven. Vul dan in: 'matige isolatie'. In plaats van in de kruipruimte kan de Isolatie kan ook op de verdiepingsvloer zijn aangebracht. Dit kan je zien als er sprake is van een verdikking van het laminaat of tapijt. Vul dan in: 'matige isolatie'. Heb je een compleet nieuwe vloer gelegd, mét isolatie? Vul dan in: 'goede isolatie'.
Bouwjaar 1983 tot 1991
Tijdens de bouw is de vloer van de woning matig geïsoleerd. In sommige gevallen kan het zijn dat de vloer na aanleg meer of beter geïsoleerd is. Controleer dit in de kruipruimte. Zie je daar een isolatielaag van 8 cm of dikker? Vul dan in: ‘goede isolatie’.
Bouwjaar 1992 tot 2013
Tijdens de bouw is de vloer van de woning goed geïsoleerd. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor het jaar 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.
Bouwjaar 2014 tot heden
Tijdens de bouw is de vloer van de woning zeer goed geïsoleerd.
Zie Rc-waarden voor de gebruikte isolatiewaarden
Woon- & slaapkamer ramen
Mogelijke opties
Enkel glas
Dubbel glas
HR++ glas
Driedubbel glas
Informatie
Of er sprake is van enkel, dubbel, HR++ glas of driedubbel glas, staat vermeld in bijvoorbeeld een aankoopbrochure, een bouwkundig rapport of de nota's van verbouwingen. Je kunt het ook zelf controleren door naar het glas van de ramen te kijken:
Zie je één glasplaat? Dan heb je enkel glas.
Zie je twee glasplaten met daartussen een aluminium strip? Dan heb je of gewoon dubbel glas, of HR++ glas. Het verschil hiertussen is moeilijk te zien. Soms zijn de letters HR++ leesbaar in de aluminium strip.
Geen letters te zien? Doe dan de controle met een brandende aansteker of lucifer. Houd het voor het glas en kijk schuin naar het glas. Bij dubbel glas zie je vier vlammen van dezelfde kleur gespiegeld in het glas. Heeft de tweede of derde vlam een andere kleur, dan heb je HR++ glas.
Driedubbel (triple) glas herken je aan 3 glasplaten met daartussen ruimte.
Zie U-waarden voor de gebruikte isolatiewaarden
Installatie
De installatie verzorgt de ruimteverwarming en het warme tapwater.
Mogelijke opties
Lokale gasverwarming + geiser
VR-ketel + geiser
CR-combi
VR-combi
HR-combi
VR-combi + zonneboiler
HR-combi + zonneboiler
Warmtepomp bodem combi
Warmtepomp lucht combi
HRe-ketel (micro WKK)
Stadsverwarming
Biomassaketel
Hybride warmtepomp
Collectieve warmtepomp
Informatie
In de woningdocumenten kun je opzoeken welk toestel je hebt voor je verwarming en warm water. Kijk bijvoorbeeld in de aankoopbrochure, een bouwkundigrapport of facturen van verbouwingen. Op de installatie zelf zitten meestal typeplaatjes of andere stickers die informatie geven over wat je hebt.
Aan de hand van onderstaande omschrijvingen zou je ook kunnen herkennen welke installatiesoort de woning heeft. Een combiketel of twee losse toestellen? Een combiketel is een toestel dat zorgt voor verwarming en warm water. De meeste huizen hebben een combiketel. Maar een boiler of gaskachels voor alleen verwarming plus een apart toestel voor warm water (geiser) komt nog wel voor.
HR- & VR-ketel
Is de combiketel van 1998 of later (wat heel vaak het geval is), dan heb je vrijwel zeker een HR-ketel. HR staat voor Hoog Rendement. Controleer het typeplaatje of de sticker van Gaskeur. VR staat voor Verbeterd Rendement. Is je combiketel van voor 1998, dan heb je waarschijnlijk een VR-ketel.
CR-ketel
CR staat voor Conventionele Terugkeer. Dit is een oud type ketel dat nog nauwelijks in huizen aanwezig is.
Hybride warmtepomp
Een hybride warmtepomp werkt samen met je cv-ketel. Er is een warmtewisselaar (kleiner dan een cv-ketel) in de buurt van uw ketel. Buiten staat een apparaat dat op een airconditioner lijkt. De warmtepomp werkt op elektriciteit.
Warmtepomp - luchtcombinatie
De warmtepomp - luchtcombinatie is zo groot als een grote koelkast en werkt op elektriciteit. Buiten staat een apparaat dat warmte uit de lucht haalt, het lijkt op een airco. Het is een combinatietoestel: voor verwarming en warm water.
Warmtepomp - bodemcombinatie
De warmtepomp - bodemcombinatie is zo groot als een grote koelkast en werkt op elektriciteit. De warmtepomp haalt warmte uit de bodem. Er is ergens in uw tuin (of soms onder het huis) een put geboord. Er is dus geen unit buiten die eruitziet als een airconditioner. Het is een combinatietoestel: voor verwarming en warm water.
Collectieve warmtepomp
Een collectieve warmtepomp (ook wel buurtwarmtepomp genoemd) gaat uit van het lokaal, op wijkniveau, produceren van 100% duurzame warmte, door het combineren van een grote warmtepomp met een warmtenet. Deze centraal in de wijk opgestelde warmtepomp maakt het mogelijk om warmte met een hoge temperatuur (80°C) te produceren vanuit een bronwarmte met een lage temperatuur (20°C). Door de lokale opstelling ontstaat een warmtenet met een beperkte leidinglengte, waardoor de kosten gereduceerd worden. Behoudens een afleverset en de aansluiting op de bestaande CV-installatie is er verder geen techniek in de woningen nodig.
Biomassa
Een biomassaketel herken je het gemakkelijkst aan de brandstof: houtpellets. Dit zijn kleine korrels van geperst hout. Een biomassaketel is een cv-ketel voor verwarming en warm water. Let op: er zijn ook pelletkachels voor in de woonkamer; dat is geen biomassaketel.
Stadsverwarming
Als er geen verwarmingstoestel in de woning aanwezig is, maakt je gebruik van stadsverwarming (ook wel stadsverwarmingsnet genoemd). Er is geen gasmeter in de meterkast, maar wel een warmtewisselaar.
Gasverwarming
Een gaskachel in één of meerdere kamers in huis wordt gebruikt om deze kamers apart te verwarmen.
HRe
De HRe-ketel komt slechts sporadisch voor. Naast warmte wekken de installaties ook elektriciteit op.
Douche warmteterugwinning
Mogelijke opties
Wel warmteterugwinning
Geen warmteterugwinning
Informatie
Bij een douche wtw (warmteterugwinning) wordt de warmte van het wegstromende douchewater gebruikt om het koude water voor te verwarmen. Het voorverwarmde water gaat naar de douchemengkraan en/of naar de combiketel of boiler. De ketel hoeft dan minder hard te branden. Er zijn verschillende soorten WTW: een verticale douchepijp is geschikt voor een badkamer op één verdieping. Er zijn ook speciale douchebakken of goten waarin een horizontaal warmteterugwinapparaat is geplaatst.
Zonnepanelen
Mogelijke opties
het aantal zonnepanelen
Er wordt gerekend met 1,65m2 per zonnepaneel van de soort monokristallijn
Informatie
Het soort paneel wordt voornamelijk bepaald door het materiaal waar de zonnecellen van vervaardigd zijn. Er zijn op dit moment 4 soorten zonnepanelen op de Nederlandse markt te koop. Deze zijn monokristallijn, polykristallijn, amorf en glas-glas panelen. Al deze soorten zijn PV of fotovoltaïsche zonnepanelen. Zij zetten zonlicht om in elektriciteit.
De meest voorkomende panelen worden gemaakt van silicium. Dit zijn de monokristallijn en de polykristallijn zonnepanelen. Er zijn daarnaast ook amorf silicium, ook wel dunne film, zonnepanelen verkrijgbaar. De nieuwste soort is de glas-glas zonnepaneel. Zoals de naam al aangeeft, ligt dit paneel tussen twee glaslagen.
De monokristallijn is het populairste soort zonnepanelen voor woningen. Ze worden gemaakt van silicium en de zonnecel bestaat uit één kristal. Doordat ze uit één kristal bestaan, is de kleur van het paneel egaal zwart. Dit soort wordt daarom voor het oog als de mooiste optie gezien. Dit soort zonnepanelen levert het meeste rendement op voor een klein dak.
Voordelen
zeer hoog rendement per m2
de panelen hebben een lange levensduur
bij een klein beetje zon produceren ze al energie
verliest weinig rendement bij hogere temperaturen
egale kleur waardoor het er voor het oog goed uitziet
Zie hieronder voor meer informatie over andere soorten zonnepanelen
Ventilatie
Mogelijke opties
Natuurlijk
Mechanisch
Gebalanceerd
Decentraal mechanisch
Vraaggestuurd
Informatie
Natuurlijke ventilatie
Bij natuurlijke ventilatie komt verse lucht binnen via (klap)ramen en roosters. De lucht wordt via het dak afgevoerd met luchtkanalen (bijvoorbeeld vanuit het toilet). De lucht stroomt 'automatisch' door de uitlaat (onder invloed van wind en temperatuur). Tot ongeveer 1980 werden huizen gebouwd met natuurlijke ventilatie.
Ventilatie met mechanische afzuiging
Bij mechanische afzuiging wordt de lucht afgevoerd door middel van een continu werkende ventilatie-unit met een elektrische ventilator. Dit toestel hangt meestal in dezelfde ruimte als je cv-ketel. Frisse lucht komt via roosters de woonkamer en slaapkamer binnen. Ventilatie met mechanische afvoer herken je ook aan 'kleppen' in het plafond (keuken, badkamer, toilet). Slangen gaan naar de ventilatie-unit. Hierop worden twee leidingen of slangen aangesloten, één waarmee de afvoerlucht de unit binnenkomt en één waar de afvoerlucht uit de unit via het dak naar buiten gaat. In de keuken of badkamer zit een schakelaar met meerdere standen (1-2-3, of 1-2).
Gebalanceerde mechanische ventilatie
Ventilatie voor de gehele woning, de afzuiging en toevoer van lucht wordt mechanisch geregeld middels een continu werkende ventilatie-unit met twee elektrische ventilatoren (één voor de aanvoer en één voor de afvoer). Verse lucht wordt aangevoerd met kleppen in de plafonds van de woonkamer en de slaapkamers. De lucht wordt afgevoerd via kleppen in de badkamer, keuken en toilet. De kleppen komen uit op kanalen die van en naar de ventilatie-unit leiden. Op de ventilatie-unit (die vaak bij de ketel hangt) zijn vier leidingen of slangen aangesloten. Het systeem wordt sinds ongeveer 2000 gebruikt, maar is niet standaard in alle nieuwbouwwoningen. Het is een energiezuinig systeem doordat warmte uit de afgevoerde lucht wordt hergebruikt (warmteterugwinning).
Decentrale mechanische ventilatie
Ventilatie-unit per kamer is een apparaat in de muur of onder het raam. Deze unit levert direct verse buitenlucht en afgevoerde lucht in één ruimte. Met de warmteterugwinning verwarmt de warme lucht uit de ruimte de binnenkomende frisse lucht al. Een ventilatie-unit in de gevel kan in één of meerdere ruimtes worden toegepast, meestal in de woonkamer en/of slaapkamer(s). De rest van de woning wordt dan geventileerd door natuurlijke ventilatie of met een mechanische afzuigunit.
Vraaggestuurd ventileren
Bij vraaggestuurd ventileren wordt de lucht afgevoerd via 'kleppen' in het plafond van keuken, badkamer en toilet. Slangen gaan naar een ventilatie-unit. Dit apparaat zorgt voor de afvoer van lucht. Dit toestel hangt meestal in dezelfde ruimte als je cv-ketel. Frisse lucht komt binnen via roosters bij de ramen. Bij dit systeem meten CO2-sensoren de luchtkwaliteit in verschillende ruimtes. Via een elektronische regeling kan de ventilatie-unit dan meer of minder lucht afzuigen. Zo wordt er altijd optimaal geventileerd: niet te veel en niet te weinig.
Overzicht van de gebruikte waardes
Tabel: Rc-waarden gevel isolatie
De isolatiewaarde van een bepaald materiaal wordt aangeduid met RC. De R-waarde geeft de resistance (weerstand) aan en de C staat voor constructie. Het zegt iets over de warmteweerstand van de complete constructie.
De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie
construction year | no insulation | mediocre / cavity insulation | good insulation | very good insulation |
before 1975 | 0 cm (0,36 m2K/W) | 5 cm (1,47 m2K/W) | 8 cm (2,14 m2K/W) | 16 cm (4,00 m2K/W) |
1975 – 1987 | 0 cm (0,36 m2K/W) | 7 cm (1,92 m2K/W) | 10 cm (2,58 m2K/W) | 16 cm (4,00 m2K/W) |
after 1987 | | 5 cm (1,47 m2K/W) | 10 cm (2,58 m2K/W) | 16 cm (4,00 m2K/W) |
De isolatiewaarde van een bepaald materiaal wordt aangeduid met RC. De R-waarde geeft de resistance (weerstand) aan en de C staat voor constructie. Het zegt iets over de warmteweerstand van de complete constructie.
De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie.
construction year | no insulation | mediocre / cavity insulation | good insulation | very good insulation |
before 1975 | 0 cm (0,22 m2K/W) | 3 cm (0,89 m2K/W) | 8 cm (2,00 m2K/W) | 17 cm (4,00 m2K/W) |
1975 – 1987 | 0 cm (0,22 m2K/W) | 5 cm (1,33 m2K/W) | 10 cm (2,44 m2K/W) | 17 cm (4,00 m2K/W) |
after 1987 | | 5 cm (1,33 m2K/W) | 10 cm (2,44 m2K/W) | 17 cm (4,00 m2K/W) |
Tabel: Rc-waarden vloerisolatie
De isolatiewaarde van een bepaald materiaal wordt aangeduid met RC. De R-waarde geeft de resistance (weerstand) aan en de C staat voor constructie. Het zegt iets over de warmteweerstand van de complete constructie.
De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie.
construction year | no insulation | mediocre / cavity insulation | good insulation | very good insulation |
before 1975 | 0 cm (0,15 m2K/W) | 3 cm (0,82 m2K/W) | 8 cm (1,93 m2K/W) | 15 cm (3,50 m2K/W) |
1975 – 1987 | 0 cm (0,15 m2K/W) | 5 cm (1,26 m2K/W) | 10 cm (2,37 m2K/W) | 15 cm (3,50 m2K/W) |
after 1987 | | 5 cm (1,26 m2K/W) | 10 cm (2,37 m2K/W) | 15 cm (3,50 m2K/W) |
Tabel: U-waarden t.b.v. glastypes
De U-waarde geeft aan in hoeverre een materiaal de warmte doorlaat (hoeveel warmte er naar buiten verdwijnt). Het wordt vooral gebruikt om de isolatiewaarden van glas en kozijnen uit te drukken.
De U-waarden van het totale raam (inclusief houten kozijn) staan vermeld in de tabel.
Glastype | U-waarde venster (W/m2K) |
Enkel | 5,2 |
Dubbel | 2,9 |
HR++ | 1,8 |
Drievoudig | 1,2 |
Het vermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp) en geeft aan hoeveel stroom een zonnepaneel kan opwekken onder optimale omstandigheden. De opbrengsten van een zonnepaneel worden uitgedrukt in kilowattuur (kWh) en geven aan hoeveel stroom het zonnepaneel daadwerkelijk heeft opgewekt gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar.
Soort | Gem. kosten | Gem. vermogen | Rendement | Levensduur | Geschikt voor |
---|---|---|---|---|---|
Monokristallijn | € 500 - € 650 | 250 - 400 Wp | Zeer hoog | ± 25 jaar | Woning |
Polykristallijn | € 150 - € 450 | 200 - 350 Wp | Hoog | ± 25 jaar | Grote daken |
Amorf | € 150 - € 350 | 100 - 300 Wp | Laag | ± 15 jaar | Voer/vaartuig, carport, gevel |
Glas-glas | € 850 - € 950 | 250 - 400 Wp | Zeer hoog | ± 45 jaar | Woning |